Tuning: hoe zit dat nu?


Tuning, u hoort het regelmatig. Media staan vol met getunede bolides en tuning is een populair verschijnsel in het autowereldje dat de laatste jaren groeiende is. AutovoorU neemt u mee naar de basis van tuning en legt op een begrijpelijke manier uit wat tuning inhoudt. Daarbij maken wij onderscheid tussen optische tuning, softwarematige tuning en hardwarematige tuning. Tuning: hoe zit dat nu?

Optische tuning

Bij optische tuning draait alles om het optisch verfraaien van de auto. De term ‘verfraaien’ is natuurlijk zeer subjectief: wat de ene persoon prachtig vindt, wordt door de andere verafschuwd Bij optische tuning worden niet technische standaardonderdelen van de auto aangepast of vervangen. Dit kan zowel op zeer kleine of laagdrempelige schaal alsmede zeer ingrijpend. Het doel van deze vorm van tuning is voornamelijk om de auto er sportiever of sneller uit te laten zien. Zowel het exterieur als het interieur van de auto kan worden aangepakt. Aan de buitenkant worden veelal de grille, de voor- en achterbumper, de velgen en de uitlaat aangepast of vervangen. Ook worden dikwijls spoilers, skirts (zijspoilers) en (technisch gezien loze) luchtinlaten toegevoegd. Vroeger werden koplampen vaak voorzien van ‘booskijkers’: stripjes die een gedeelte van de lamp afdekken voor een sportiever aangezicht. Tegenwoordig worden veel vaker hele lichtunits vervangen door aftermarket exemplaren of worden led-lampjes (dagrijverlichting) toegevoegd. Optische tuning kan vanzelfsprekend samengaan met performance tuning (softwarematige of hardwarematige tuning) maar wordt dikwijls zelfstandig toegepast. Audio en video maken ook wezenlijk deel uit van tuning. Optisch getunede auto’s worden vaak voorzien van krachtige audiosystemen en multimediatoepassingen.

Softwarematige tuning

Technologische ontwikkelingen hebben er de laatste jaren voor gezorgd dat motoren steeds minder mechanische en steeds meer elektronische onderdelen bevatten. Wie voorheen de prestaties van zijn of haar auto wilde verbeteren, was vrijwel altijd aangewezen op hardwarematige tuning (het aanpassen of vervangen van onderdelen). In moderne auto’s wordt de aansturing van onder andere de motor en de versnellingsbak (in het geval van een automaat) verzorgd door ecu’s (computerunits). Om meer vermogen uit een motor te halen, is het niet strikt noodzakelijk om mechanische aanpassingen te maken. Door aanpassingen aan de ecu of door deze te vervangen, kan een aanzienlijke vermogensstijging worden bewerkstelligd. Omdat deze manier van tunen zich concentreert op de computers van de auto, wordt hier dikwijls aan gerefereerd als ‘chiptuning’. Chiptuning werkt zeer eenvoudig. Een moderne motor heeft reserves. Deze reserves worden bewust niet aangeboord om de betrouwbaarheid van de motor te waarborgen. Fabrikanten nemen vrij ruime marges in acht. Dit kan omdat moderne motoren ook zonder voluit te hoeven gaan een prima vermogen kunnen leveren. Motoren hebben gemiddeld een reserve van 25-30%. De reserves geheel aanwenden, is voor een straatauto niet te doen: de motor zou dan bijzonder veel onderhoud vergen en slechts enkele honderden kilometers meegaan. Een reserve van 15-20% echter, zorgt voor een aanzienlijke vermogensstijging terwijl de betrouwbaarheid niet of nauwelijks afneemt. Chiptuning wordt zelfs door enkele fabrikanten zelf aangeboden middels vaste partners. Om het principe van chiptuning samen te vatten: eenvoudig gezegd wordt de motor gevraagd om iets harder te werken en hardere arbeid levert betere prestaties op. Vroeger was chiptuning bijna alleen rendabel voor auto’s met relatief grote motoren. Tegenwoordig kunnen ook auto’s met kleinere motoren softwarematig worden getuned, vooral als deze een turbo bevatten.

Hardwarematige tuning

Bij hardwarematige tuning worden diverse componenten van de auto vervangen. Hoewel hardwarematige tuning ingrijpende wijzigingen aan de motor met zich mee kan brengen, kunnen ook andere onderdelen van de auto aangepast, verbeterd of vervangen worden. Op motorisch gebied worden bij hardwarematige tuning zowel de ecu als de mechanische onderdelen onderhanden genomen. Veel voorkomende ingrepen zijn het vervangen van turbo’s, de in- en uitlaatkanalen, het luchtfilter, de inspuiting, de kleppen, de oliepomp etc. Maar ook het onderstel en de versnellingsbak kunnen ingrijpend worden gewijzigd, want naast vermogenswinst speelt ook verbetering van het weggedrag een cruciale rol. Echte tuners brengen dan ook eerst het wagengewicht omlaag door al het overbodige (achterbank, audiosysteem, deurbekleding) te verwijderen. Hiermee wordt ook het zwaartepunt van de auto verlaagd, wat zorgt voor een betere wegligging. Met alleen het verlagen van het gewicht en het verhogen van het vermogen, is men er nog niet. Om de wegligging van de auto te verbeteren, kunnen zeer veel componenten worden aangepast, verbeterd of vervangen: banden en velgen, spoilers (een goede spoiler wordt gebruikt ter verbetering van de wegligging, niet ter verfraaiing), vering en demping, remmen, aandrijfassen, etc. Dit maakt hardwarematige tuning veel lastiger dan softwarematige tuning alleen: componenten moeten op elkaar zijn afgestemd en bovendien speelt ook de afstelling een cruciale rol. De kleinste aanpassingen kunnen grote gevolgen hebben. Hardwarematige en mechanische tuning is dan ook iets voor experts en iets waarin specialisten hart en ziel kunnen stoppen.

Nu u bekend bent met de basis van autotuning, gaat AutovoorU in de volgende editie dieper in op de belangrijkste componenten, onderdelen en technieken.

 

Tuning: hoe zit dat nu?

Recent Content