De goedkoopste 300+ pk auto en de sterkste diesel met 20% bijtelling. Op papier zijn de nieuwe motoren al geslaagd, de hoogste tijd om ze op de pijnbank te leggen. Rijtest: Volvo V60 D4 en S60 T6.
V8-en zijn dinosauriersOm maar meteen met het slechte nieuws te beginnen: in toekomstige Volvo’s gaan we geen motoren meer zien met meer dan vier cilinders. Het is jullie eigen schuld, we houden immers niet meer van een lekker temperatuurtje en een zonnetje. Daarom moet het broeikaseffect worden tegengaan en mag er nog maar zo min mogelijk CO2 uit de uitlaat worden gebraakt. Volvo en diverse andere merken zijn daarom het aantal cilinders aan het terugbrengen en de inhoud van motoren structureel aan het verkleinen. De V8 motor uit de XC90 en S80 is al stilletjes uit het gamma verdwenen, een lot wat de vijf- en zescilinder T5 en T6 ook beschoren lijkt.Drive-E motoren familieZoals Volvo het nu aankondigt zal de gehele DRIVE-E-motorenfamilie worden opgebouwd met twee viercilinderblokken: een common-rail dieselmotor en een direct ingespoten benzinemotor. Door toepassing van meerdere turbo´s, een supercharger of assistentie van elektromotoren kunnen hogere vermogens worden gehaald. De elektromotoren kunnen bij het nieuwe platform, wat Volvo druk aan het ontwikkelen is, op twee posities worden geplaatst: er is ruimte bij de achteras (net zoals nu bij de plugin hybrid V60 D6) en er kan een schijf tussen bak en motor worden geplaatst. In de Concept Coupe liet Volvo al zien dat 400 pk en 600 Nm dan tot de mogelijkheden behoort. Dat is meer vermogen dan Volvo tot nu toe in een productiemodel beschikbaar had.
Minder vermogen (en wellicht nog zuiniger) kan uiteraard ook: de DRIVE-E-dieselmotoren variëren straks in vermogen van 120 tot 230 pk. Voor de benzinemotoren wordt het basisvermogen straks 140 pk. Hoe de “kleinere” blokken eruit gaan zien meldt Volvo nog niet, maar het lijkt bij een modulaire bouwwijze logisch dat er straks een cilinder afgehakt wordt. Net als bij Ford, BMW en Volkswagen krijgen de instap-Volvo’s straks vermoedelijk een driepittertje onder de kap.
D4: twinturbo, maar geen vijfcilinder meerToen ik na de eerste rit de V60 D4 weer de parkeerplaats opdraaide, schoot het door mijn hoofd: had ik de oude vijfpitter gemist? Dat die vraag pas weer bewust opkwam op dat moment, is eigenlijk al een antwoord. Vooraf leek het een big deal om de, voor een diesel, fraaie vijfcilinder roffel te moeten missen. In de praktijk viel dat mee, het helpt ook dat de D4 minder agrarisch klinkt dan sommige andere viercilinder diesels (hallo Mercedes-Benz!).
Aangezien het een geheel nieuw blok is, is alle moderne technologie aan boord: start-stop, twee turbo’s, common-rail technologie, verminderde inwendige wrijving en slimme kleppen in het koelsysteem (voor een snellere opwarming na de koude start). Allemaal maatregelen om het verbruik en de CO2-uitstoot laag te houden, maar de klapper is de volledig nieuwe i-Art-technologie. Tot nu toe werd de brandstofdruk bij commonrail diesels centraal geregeld, maar Volvo monitort de druk van elke brandstofinjector afzonderlijk. Dat maakt het mogelijk om voortdurend, per verbrandingsslag, in elk van de vier cilinders de hoeveelheid ingespoten brandstof te controleren en aan te passen. Elke injector is voorzien van een kleine computer die de inspuitdruk bewaakt. Met behulp van die informatie spuit het i-Art-systeem de ideale hoeveelheid brandstof in tijdens elke verbrandingscyclus. Het resultaat is dat de D4 nieuwe benchmarks zet voor CO2-uitstoot en dat de S60, V60, V70 en S80 D4 allemaal 20% bijtelling hebben.
Verder is werkelijk niets muesli aan de nieuwe D4. Het maximale vermogen is 181 pk en het maximale koppel 400 Nm. Zowel de S60 als de V60 en zowel met handbak als automaat sprint de D4 in 7,6 seconden naar de 100. De topsnelheid is 230 km/u voor de S60 en 225 km/u voor de V60. In de bergen rondom Nice had ik dan ook nooit het gevoel iets tekort te komen. Het D4 blok pakt onderin goed op en heeft geen enkele moeite met de V60. Wat daarbij zeker helpt is de nieuwe automatische versnellingsbak. De wat achterhaalde Geartronic bak heeft eindelijk het veld geruimd en is vervangen door een achttraps automaat. De bak is goed bij de les, maar als je vind dat het anders moet dan zijn er nu eindelijk flippers achter het stuur om zelf een andere versnelling te kiezen.
T6: turbo en superchargerDe grote klapper maakt Volvo echter met het nieuwe T6 blok. De oude zesinlijn met turbo was geen wonder der efficiëntie, maar dat maakt Volvo meer dan goed. De nieuwe viercilinder is (op papier) veel zuiniger, de CO2-uitstoot daalt maar liefst met 100 gram per kilometer. Aangezien de Nederlandse belastingen volledig gebaseerd zijn op de CO2-uitstoot is T6 veel goedkoper geworden. Zo veel goedkoper zelfs dat de S60 T6 nu de goedkoopste 300+ pk auto is die nieuw te kopen is in Nederland. Inderdaad goedkoper dan een maat kleinere Audi S3 of BMW M135i. Met een vanafprijs van 44.495 euro is de voorwielaangedreven S60 T6 een aanbieding van jewelste. De oude S60 T6 blijft met vierwielaandrijving overigens nog steeds in de prijslijst, maar die is 20.000 euro (!) duurder.
Standaard worden de S60 en V60 T6 met de nieuwe achttraps automaat uitgerust en daarmee worden de volgende verbruikscijfers gehaald: 6,4 l/100 km (149 g/km) voor de S60 en 6,7 l/100 km (157 g/km) in de V60. Ook hier is verder niets muesli: totaal is er 306 pk vermogen en 400 Nm koppel beschikbaar. De S60 T6 sprint daardoor in 5,9 seconden naar de 100, de V60 T6 doet er 0,1 tel langer over. De topsnelheid voor beiden is (helaas) begrensd op 230 km/u, een snelheid die met de 122 pk minder sterke D4 ook al gehaald wordt.
306 pk op de voorwielenMeer dan 300 pk op alleen de voorwielen is niet in iedere auto een goed plan, maar Volvo komt er mee weg in de S60. Vanuit stilstand op droog is er zelfs met launchcontrol (ja dat zit er nu ook op) geen enkel vuiltje aan de lucht. In de vele hairpins in de bergen van het binnenland van Nice trok de S60 met zijn binnenste voorwiel geen dikke zwarte strepen, maar werd simpelweg gelanceerd uit de bocht, iedere keer weer. Heel soms was er een hint van torque-steer, maar zonder dat je er als bestuurder echt last van hebt. Of een S60 T6 onder gladde omstandigheden zoals natte wegen nog zo lief blijft, valt overigens nog te bezien.
Volvo past voor de T6 trouwens ook Active Noise Technology toe: onder andere met anti-geluid wordt er zo een rustig, maar ook redelijk goed klinkend motorgeluid gecreëerd.Missie geslaagdEen andere conclusie is niet mogelijk. Met de nieuwe Drive-E motoren raakt Volvo de roos. Ze zijn krachtiger, veel zuiniger, daarmee voordeliger aan te schaffen en fiscaal veel interessanter, zeker voor Nederland.
Rijtest: Volvo V60 D4 en S60 T6