RIJ-IMPRESSIE: MINI COOPER D (2014)


Kleintjes worden groot, zo ook bij Mini. Letterlijk en figuurlijk. Want samen met de gegroeide buitenafmetingen voelt de derde generatie Mini (vanaf het BMW-tijdperk) een stuk serieuzer aan. ‘Mini’ en ‘serieus’, twee woorden die samenwerken? RIJ-IMPRESSIE: MINI COOPER D (2014).

Bij Mini waren ze zo vriendelijk om ons op korte tijd met een Cooper, Cooper D en Cooper S over Waalse wegen te sturen. Daardoor hadden we in één slag heel de nieuwe line-up gereden van BMW’s kleine merk. De Cooper D lijkt ons – momenteel – de relevantste waardoor we de meeste tijd in die rekel doorbrachten. Op het einde kan je echter nog een kort stukje over de Cooper (benzine), Cooper S en de prijzen lezen. Maar nu volop aan de diesel dus.

VERTROUWD EXTERIEUR…

De nieuwste generatie Mini kreeg een serieuze schop onder zijn kont. Het resultaat is een model dat bijna 10 centimeter langer, 5 centimeter breder en een centimeter hoger is. Al valt dat in real lifebest wel mee. Iedereen weet dat een Mini al lang geen kleintje meer is, klanten zoeken dat gewoonweg ook niet. Qua uiterlijk is het eerder een nieuw sausje dan een compleet nieuw model. Opvallendste kenmerken zijn de LED-lichten die je optioneel helemaal rondom kan krijgen – tot de knipperlichten aan toe. Verder valt op dat de achterlichten een stuk boller zijn geworden. Daarnaast moet je al een getraind oog – of meetlat – hebben om het verschil te zien met de vorige generatie.

…VERRASSEND INTERIEUR

Binnenin neemt het merk uit Engeland – onder Duitse hand – een enorme stap voorwaarts. De nostalgische cirkel te midden van het dashboard blijft dan misschien wel behouden, de rest voelt een stuk volwassener aan. In de goede zin van het woord, want samen met het multimediasysteem krijg je eindelijk een deftige controller mee in de vorm van BMW’s iDrive-systeem. Andere opmerkelijke verschillen? De knopjes voor de elektrische ramen zitten – zoals het hoort – aan de deuren, de snelheidsmeter staat nu pal voor je neus en de knopjes van de airco staan niet meer in de vorm van het Mini-logo. Allemaal minder speels, maar wel eens stuk logischer.

Op vlak van gebruikte materialen en bouwkwaliteit ging het ook naar een hoger plan. Kraakjes zijn bijna niet aanwezig – zelfs over de ergste kasseiwegen – en zolang je niet op de strafbank (lees: de achterbank) wordt gezet, is plastic amper op te merken. Waar we wel niet over zijn te speken is de lichtshow die er constant over de middencirkel loopt. Aan de buitenrand verliest-ie de snelheidsmeter waardoor Mini wat plaats te veel had. Het resultaat? Een soort van lichtstrook die continu het beste van zichzelf geeft. Een salvo van rode, groene en blauwe kleuren vuren zich naar de rand van je ogen afhankelijk van je rijstijl. Niet enkel overbodig, ook gewoonweg irriterend.

NIEUWE MOTORBAAIVULLING

De grootste nieuwigheden zijn misschien wel onder de kap te vinden. Driecilinders zwaaien vanaf nu de plak en de Cooper S krijgt een 2-liter viercilinder. In de Cooper D zien we dus een 1.5 driecilinder met turbo en een aangename 116 pk en stevige 270 Nm. Een motortje die dankzij het lage gewicht (1.110 kg) van de Mini best goed uit de voeten kan. Hoewel het onder de 2.000 omwentelingen allemaal wat doods aanvoelt en boven de 4.000 rpm gewoon ophoudt, voelt de driecilinder opmerkelijk geraffineerd aan. Geen stoten of geen bokken bij het lagere toerenwerk in hogere versnellingen en een aangenaam geluid. Zolang je niet voluit op het pedaal gaat staan, want dan krijg je eencamionette-sound.

Het normverbruik moet daarbij rond de 3,5 liter per honderd kilometer liggen. Wij flirtten continu eerder met de 5 liter. Al moet gezegd worden dat kleine baantjes, een Waals berglandschap en een kriebelende rechtervoet nefast zijn voor verbruikscijfers. Of er ooit een getal onder de 4 liter gaat verschijnen, daar hebben we onze twijfels over, maar richting de 4,5 liter zakken is zeker doenbaar. Als je natuurlijk braaf in tred kan blijven en niet al te gretig gebruik maakt van de heerlijke schakelende zesbak…

KARTGEVOEL

Ja we weten het, in elke Mini-rijtest wordt er wel gerefereerd naar het kartgevoel en zelfs de marketingboys gebruiken de term maar al te graag. Toch kunnen we het enkel maar beamen. Hij mag dan wel groter zijn, de nieuwste generatie gaat nog altijd gretig de hoek om. Zeker in sportstand – te selecteren via een optionele ‘draaiknop’ met Sport, Mid en Green als keuzes – zorgt het scherpe stuur voor dat typische ‘ik voel elk steentje en elke mier op de baan’-gevoel. Pretleveranciers van dienst zijn het nieuwe chassis (dat ook gedeeld zal worden met de BMW 2 Reeks Active Tourer) en de multilink-ophanging achteraan. Anderzijds is de Cooper D nog steeds meer dan hard, misschien zelfs iets te hard om over comfortabel te spreken.

CONCLUSIE

De nieuwe generatie is een pak serieuzer geworden… maar dan vooral op het vlak van technologie en gebruiksgemak. Want zoals steeds kan je de wagen naar hartenlust aankleden en personaliseren. Echter is de wauw-factor van de 1ste generatie – onder de vlag van BMW – wat weg. Dat ligt niet aan de wagen, wel aan de constante verfijning die er generatie na generatie opdoemt. Meer beenruimte achteraan, straffe motoren, moderne technologie en een heerlijke weggedrag. Wat kan je daar slecht over zeggen? Zijn hoge prijs en resem aan (dure) opties misschien. Prijs buiten beschouwing gelaten, deze volwassen Mini bevalt ons wel.

RIJ-IMPRESSIE: MINI COOPER D (2014)

Recent Content