Omdat de elektrische auto relatief nieuw is vergeleken met de auto geschiedenis, zijn er ook problemen elektrische auto. Althans de vraag is of het ook echt problemen zijn.
Problemen elektrische auto en oplossingen
Laten we beginnen met enkele problemen die in onderzoeken genoemd worden, zowel door EV-rijders als mensen met een brandstofauto.
Het bereik
Waar de eerste generatie betaalbare EV’s slechts een bereik boden van iets meer dan 100 km, ligt het gemiddelde voor recente auto’s nu rond de 300 km of meer. Ook voor ‘betaalbare’ auto’s, zoals de Hyundai Kona, komt de 500 km bijna in zicht. Deze trend zal doorzetten, tegelijkertijd met sneller laden.
De laadtijd
Het laden bij een openbare laadpaal gaat langzaam, zeker met een auto die alleen op 1-fase kan laden. Snelladen, bij Fastned, Allego of Shell, is soms een praktischer alternatief (ook omdat deze laadstations langs snelwegen te vinden zijn en dus vaak op de route liggen). Alleen is een vermogen van 50kW momenteel nog redelijk gangbaar. Er zijn ondertussen redelijk wat snellere snelladers opgeleverd, waaronder die met 175kW vermogen. Aan een netwerk van 350kW-laders wordt ook gewerkt (zie verderop in dit hoofdstuk).
Het aantal laadpalen
Laten we beginnen door te stellen dat de infrastructuur met laadpalen in Nederland al behoorlijk goed is. Dat wil niet zeggen dat er geen ruimte is voor verbetering. Het probleem is nu vaak dat zo’n laadpaal aan een specifieke plek gekoppeld is, waardoor deze soms bezet is door een foutparkerende fossiele auto of andere EV (die wel of niet aan het laden is). Meer, maar vooral slimmere laadpalen moeten dit oplossen. Bijvoorbeeld een paal met vier stekkers met parkeerplaatsen voor en achter, maar ook lantaarnpalen die een dubbelrol als laadpaal kunnen spelen. Verder zijn gemeenten bezig het aanvraagproces te bespoedigen, zodat er sneller laadpalen geplaatst worden als daarom verzocht wordt.
Laadpalen met verschillende betaalsystemen
In Nederland en in iets mindere mate in België, kun je in principe met één laadpas wel uit de voeten. In het buitenland is dat anders en heb je soms meerdere passen en apps nodig. Dit valt op te lossen met EU-regelgeving en betere onderlinge afstemming, zodat niet ieder land zijn eigen oplossing gaat bedenken. Iets dat ook helpt zijn flatfee-abonnementen die in de hele EU geldig zijn (en die bestaan al, zie het hoofdstuk ‘Laden en laadpalen’).
De beschikbaarheid van modellen
Hoewel er circa 35 EV’s in de Benelux rondrijden, is de keuzevrijheid nog beperkt. Waar je bij brandstofauto’s vaak de keus hebt tussen een sedan of een stationuitvoering, zijn deze opties bij EV’s vrijwel niet te vinden. Hetzelfde geldt voor verschillende soorten, zoals een compact, middelgrote of grote wagen of bijvoorbeeld een SUV (wat momenteel het meest populaire model is in autoland). Dat is wel aan het veranderen, maar dat verloopt wat traag. Zo zijn er heel veel nieuwe SUV’s aangekondigd, door onder andere Mercedes, Audi en BMW, maar deze zijn nog niet of beperkt beschikbaar en bevinden zich ook in het hogere segment.
Goedkoop en duur
Dat laatste is ook een algemene trend; er komen steeds meer interessante EV’s aan, maar vooral in de duurdere klasse is er veel keus. Dat is net het segment dat voor het overgrote deel van de bevolking niet bereikbaar is. Het goede nieuws is dat er veel nieuwe, betaalbare EV’s aangekondigd zijn, zoals te lezen is in het voorgaande hoofdstuk. Denk bijvoorbeeld aan de Sono Sion, de Volkswagen Neo en Opel e-Corsa. Het slechte nieuws is dat veel modellen slecht leverbaar zijn of simpelweg nog niet beschikbaar.
De aanschafkosten
De aanschafkosten zijn momenteel vaak nog hoger dan die van auto’s met een verbrandingsmotor. Dit is een kwestie van tijd. Zoals eerder genoemd is het de verwachting dat de prijzen rond 2022 gelijk zullen zijn. Het tweedehands-aanbod is ook nog beperkt, maar ook dat is iets dat met tijd op te lossen is. De wat oudere EV’s zijn al onder de € 10.000 te krijgen (al hebben deze dan wel een relatief kleine accu).
Het sentiment
Er is nog veel weerstand tegen elektrisch rijden en dat is alleen maar meer geworden sinds het klimaatakkoord van het kabinet Rutte III (waardoor mensen zich gedwongen voelen). Toch verdwijnt die weerstand vaak als sneeuw voor de zon wanneer mensen eens in een elektrische auto gereden hebben of meer te weten komen over de voordelen. Dan blijkt het ‘gedoe’ met laadkabels best mee te vallen en is ‘range anxiety’ ook niet echt een probleem meer. Het negatieve sentiment kwam overigens lange tijd ook van de autofabrikanten en garagebedrijven zelf. Een dealer die zelf geen EV’s heeft, zal natuurlijk niet dolenthouasiast zijn over dergelijke auto’s.
Problemen elektrische auto vanaf 2020
Brandstofauto’s zijn al meer dan een eeuw core-business en daar valt op korte termijn meer aan te verdienen, terwijl instappen in elektrisch rijden risico’s met zich meebrengt. Toch is er een kantelpunt geweest – het is nu duidelijk dat de toekomst vroeg of laat elektrisch is, dus niet investeren in EV’s wordt op lange termijn juist een enorm risico. Om die reden hebben ondertussen vrijwel alle autofabrikanten aangegeven fors te gaan investeren (300 miljard dollar). In accu’s, het ombouwen van fabrieken en het ontwerpen van nieuwe modellen. Maar het duurt enige tijd voordat zulke investeringen iets opleveren. We zullen de komende tijd veel conceptmodellen en prototypes zien en hopelijk eind 2019, begin 2020 de concrete resultaten.
Inductieladen
Momenteel worden auto’s van stroom voorzien via laadkabels, maar het is mogelijk dat dit in de toekomst zal worden aangevuld met inductieladen. Dit is een methode die ook bekend staat als draadloos laden, met behulp van een magnetisch veld. Deze techniek wordt al veel toegepast bij consumentenproducten, zoals tandenborstels en smartphones. Het voordeel van deze methode is dat er geen kabel meer hoeft worden aangesloten. Dat zou vooral bij openbare parkeerplaatsen en parkeergarages nuttig zijn, want het maakt dan niet meer uit of er een elektrische of fossiele auto parkeert – er is geen laadkabel meer waar rekening mee hoeft worden gehouden. Ook voor thuisladen is dat natuurlijk interessant, want je hoeft alleen nog maar te parkeren en klaar. Hiervoor moet wel een inductielader in de grond worden geplaatst en de auto moet daarboven parkeren, met circa 20 cm afstand tot het laadpunt. Een speciale ondergrond met inductiespoelen is ook een optie.
Toch ook de nadelen
Tot zover de voordelen, want er zijn ook nadelen. Allereerst gaat er energie verloren vanwege inefficiëntie in de overdracht; dat komt neer op 5 tot 20%. Het energieverlies uit zich in warmte, wat slecht kan zijn voor de accu. Ook is de laadsnelheid beduidend lager dan via een kabel. Voor een auto met een kleine accu is dat te overzien, maar voor een auto met een groot accupakket kan dat een probleem zijn. De snelste inductielader is momenteel die van Plugless, die een laadvermogen claimt van 7,2kW. Verder zijn er nog geen auto’s die standaard geschikt zijn voor draadloos laden, al zijn er wel enkele concepten gedemonstreerd – zoals is inductieladen een optie bij de Audi e-tron Quattro. Dat betekent dat een auto omgebouwd moet worden om hem geschikt te maken en dat is kostbaar.
Conclusie problemen elektrische auto
Momenteel is een elektrische auto best wel duur, en komt niet zo ver als de meeste benzine auto’s. Ook ‘tanken’ . gaat niet zo makkelijk. Al deze problemen elektrische auto zullen in de toekomst zeker verbeteren. Daarnaast zijn er vooral voordelen die bij de elektrische auto horen.